Over d’Engelsehutte
D’Engelsehutte is een gewaardeerde bouvierfokkerij die bouviers des flandres aflevert waar je jarenlang plezier van zal hebben.
Een mooie Vlaamse koehond met een stabiel karakter en een goede gezondheid die ook nog intelligent is ! Dat is ons streven.
” Wij kiezen voor ‘Kwaliteits-Bouviers’ en niet voor ‘Kwantiteit-Bouviers'”
Onze bouvierfokkerij: Hoe het allemaal begon.
De opstart van onze bouvierfokkerij of bouvierkennel liep niet van een leien dakje. In 1986 kochten wij een bouvier bij Jef Cuypers uit Olen van bouvierkennel “de Gestelen”. Een aangename, stabiele reu weliswaar zonder stamboom (bleek later). Bas bleek een goede werkhond te zijn die door niets uit zijn lood was te slaan, hij gehoorzaamde goed en beet redelijk. Na een tijd deden we onze eerste show met Bas. Bas werd geknipt en op een hondenshow in Mechelen, waar hij in jeugdklasse uitkwam, behaalde hij een ‘goed’. Er bleken dus wel wat foutjes aan die hond te zijn. Later werd Bas ziek en dat zorgde voor enige teleurstelling bij ons als beginnend bouvierfokker.
Na enkele hondenshows te hebben bezocht zagen we in Geel op de ‘Show der Zuiderkempen’ een bouvierreu in de ring staan die ons zeer aanstond. Het was Brasil Donna van het Hangijzer. We spraken zijn baas aan en hij bleek puppies te hebben. We maakten direct een afspraak om hem te bezoeken. De verkoop van de bouvierpup Cara Donna van ’t Hangijzer was gauw beklonken.
Cara groeide op en bleek een felle waker. Ondanks Cara’s felheid beet ze aanvankelijk niet op de pakwerker, maar wel op andere honden en zeker postbodes. Toch beslisten we met haar te fokken. Na een tweetal maanden werd ons eerste nest geboren: 6 reuen en 2 teven. We wachtten de stambomen af en brachten die naar de nieuwe eigenaars van de pupjes. De kwaliteit was vrij goed en de karakters waren oké.
Uit Cara’s tweede nest met Mike van de Leentjeshoeve werden 2 bouvierteefjes gehouden en hier werd verder mee gefokt maar de hondjes uit deze teefjes bleken wat te klein. Er werd verder gefokt met de beste reuen van bouvierfokkers uit België en Nederland, maar nooit werd het gewenste resultaat behaald. Zo kwamen we er algauw achter dat je niet enkel grote namen moet nahollen maar vooral je eigen ding moet doen.
We kochten een nieuwe bouvierteef, Phreya van ’t Lindekenshof’ van mensen die de hond moesten wegdoen wegens omstandigheden. Phreya kwam uit oude Dafzichtbloedlijnen en ze werd gedekt door Khane Iranice van Rovika. Dat was een schot in de roos. In een ver verleden waren het verwante bloedlijnen. Deze bouviers waren vrij, gezond, rustig en prima van bouw. Maar alweer waren we niet tevreden, de teefjes waren aan de flauwe kant en sommigen waakten niet voldoende naar ons oordeel.
Op een gegeven moment hebben we alles verkocht of weggegeven. Het uitbaten van een bouvierfokkerij was een desillusie geworden.
Maar toen kwamen in ons trimsalon mensen met een bouvierteef die ze graag zouden willen laten dekken. De last om een nest puppies groot te brengen wilden ze er echter niet bij. Er werd een afspraak gemaakt dat wij zouden fokken. Zij mochten dan een puppy kiezen. We gokten en gebruikten voor de dekking een IPO 3 hond, Ivan Cindy van de Jerowin, deze hond werkte goed en was HD-vrij. De teef, LeFreak van ’t Hangijzer, was HD-B en uitmuntend met uitzonderlijk hard haar. Er kwamen 9 pups. 2 bouvierteefjes bleven bij ons en na een jaar verkochten we één en behielden Ulica. In combinatie met de reuen V’Zorro en Darn Dog van Caya’s home kregen we enkele prima honden zowel qua uiterlijk als karakter.
Met die basis zijn we verder gegaan.
Ook willen we zeker de fokkers van de Maesbouvers hier vermelden.
De combinatie met hun honden lijkt een goede match te zijn met onze bouviers.
In deze jaren dat we met bouviers bezig zijn hebben we al veel mensen leren kennen, appreciëren en vervloeken. Geloof me, het is een speciaal wereldje, maar het is door onze koppigheid en eigenzinnigheid dat we nu zelf tevreden zijn over de honden uit onze kennel.
Onze referentie is niet de bekers, medailles en titels die we behaald hebben maar wel de mensen die onze honden hebben en tevreden zijn. Wat is men met een hond die kampioensvoorouders heeft maar zelf geen zak waard is, een hond die op de show staat te trippelen van nervositeit, een hond die uitmuntend haalt maar achter de benen van de baas kruipt als het er op aankomt.
Wij zijn altijd kritisch geweest op de honden die we fokten. Was het niet goed, dan werd er niet meer mee gefokt.
Ik heb ooit ruzie gemaakt over een bouvierteef die voortkwam uit een reu die alle shows platliep in België en ver daarbuiten. Die teef was uitmuntend en beet zelfs op de pakwerker, maar ze was zo bang als een wezel, dus een angstbijter.
Ze zou zelfs geselecteerd worden maar wij wilden niet meedoen aan de selectie.
Dat was helemaal niet naar de zin van de eigenaar van de reu.
Die vond dat wij stom waren want als de keurders de teef goed vonden zou dat toch een pluspunt zijn. Ik zei hem toen dat als zelfs de paus de hond goed zou vinden maar ik niet dat voor mij een uitgemaakte zaak zou zijn.
Jonge fokkers geloven te gemakkelijk de gevestigde fokkers, maar komen er later achter dat shows een groot stuk komedie en soms vooraf gemaakte afspraken zijn. Onze honden liepen goed op shows (wij kozen wel meestal een buitenlandse keurder), presteerden ook in africhting en gehoorzaamheid en de mensen hebben een gezonde, aangename hond. Dat zijn voor ons belangrijke zaken en zo willen wij het houden.
Dit resultaat komt enkel door voor ‘kwaliteits-bouviers’ en NIET voor ‘kwantiteits-bouviers’ te gaan.